8 Domeinen van de Circulaire Economie

De Circulaire Economie kent vele kanten. Discussies gaan er nog al eens over welke elementen wel meegenomen moeten worden en welke niet. Welke elementen dat zijn is niet algemeen vastgesteld. In de literatuur zien we verschillende indicatoren langs komen. The keuze voor deze indicatoren is vaak onduidelijk en lijkt meer voort te komen uit het perspectief van het vakgebied of het belangen van de omgeving waarin deze is onderzocht. Kunnen we dus wel algemene aspecten van circulariteit definiëren als ze afhankelijk zijn van de context? Als dat niet zo is, dan wordt het meten en vergelijken van circulariteit tussen organisaties, regio’s en landen nogal een uitdaging. Toch zou ik een poging willen wagen.

Domeinen van een Circulaire Economie

De onderstaande domeinen komen onder meer voort uit mijn afstudeerscriptie. Op deze domeinen zullen veranderingen plaats vinden in de transitie naar de circulaire economie. Afhankelijk van de definitie van de Circulaire Economie zijn deze domeinen soms de aanleiding en soms het gevolg. Bijvoorbeeld, vanuit het perspectief van grondstoffenschaarste is het grondstoffen domein een aanleiding en de financiële en economische winst een gevolg. In andere gevallen was de noodzaak van nieuwe business modellen en extra financiële winst een reden terwijl het reduceren van grondstofgebruik en dus de impact op het grondstofdomein daarmee een gevolg is.

1. Grondstoffen

Dit zijn de fysieke grondstoffen die gebruikt worden voor producten en diensten. Omdat er maar een beperkte hoeveelheid van iedere basisgrondstof op de Aarde aanwezig is, is het uitgangspunt om verlies en vernietiging van deze materialen te voorkomen.

2. Energie

De energie die gebruikt wordt in de vorm van elektriciteit, warmte en brandstoffen. Hier moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen energievormen uit eindige bron en uit hernieuwbare bron. Met name omdat energie uit eindige bron meestal wordt opgewekt door verbranding van grondstoffen en deze daarmee verloren gaan.

3. Emissies

emissies, en met name CO2 en CO2-equivalente uitstoot, staat momenteel hoog op de agenda met betrekking tot de klimaatverandering. Deze verandering willen we zo langzaam mogelijk laten verlopen zodat mens en natuur zich goed en tijdig kunnen aanpassen en verweren tegen de gevolgen.

4. Ecologie

De ecologie is de bron waaruit alle grondstoffen gewonnen worden. Een gezond ecologisch systeem kan er voor zorgen dat er voldoende grondstoffen gewonnen kunnen blijven worden om te voldoen aan de vraag. Daarmee moet de vraag ook afgestemd worden op wat er maximaal gewonnen kan worden.

5. Footprint

De footprint is een term die ook vaak over grondstoffen en emissie gaat. Sec gaat het met name over de impact op ruimte die nodig is voor de regeneratieve capaciteit van de natuurlijke bronnen en daarmee de Aarde in stand te houden. Een afbreuk daaraan zorgt dat we meer Aardes nodig hebben om aan onze behoefte te voldoen.

6. Economie

Het economisch effect van de circulaire economie is belangrijk om de business cases voor bedrijven sluitend te krijgen. Derhalve zijn de economische mechanismen een inherent aspect om de circulaire economie tot stand te brengen.

7. Sociaal

Het sociale impact wordt af en toe meegenomen in de redenering voor de circulaire economie. Wel is duidelijk dat de nieuwe business modellen die de circulaire economie nastreven een sociale impact hebben: andere banen, meer service gedreven, maar ook het aspect van bezit naar gebruik waarmee afbreuk gedaan wordt aan bepaalde statussymbolen. Om een volledige duurzame circulaire economie na te streven zijn de ecologische en economische pijlers net zo belangrijk als de sociale pijler.

8. Kennis

Ook het kennislandschap is een belangrijk domein binnen de circulaire economie. De kennis die opgedaan wordt moet weer terugvloeien naar de markt om keten breed de stappen te kunnen blijven zetten die nodig zijn.

En waterverbruik dan?

Een laatste domein welke af en toe ook nog wordt genoemd is watergebruik. Het gebruik van zoet water wordt soms apart genomen  omdat dit net als energie een schaarse bron is in bepaalde werelddelen. Een bron die noodzakelijk is voor het productieproces van verschillenden, naar het westen geëxporteerde, producten, maar ook om ecosystemen op peil te houden. Door het apart nemen van bijvoorbeeld water kan onze impact explicieter worden gemaakt. Toch zou ik willen pleiten om deze onder de grondstoffen te scharen omdat er meerdere grondstoffen zoals water zijn die essentieel en schaars zijn. Denk bijvoorbeeld aan fosfaat en stikstof. Uiteindelijk gaat het erom dat alle materialen schaars zijn, de een wat meer dan de ander.

Meten van Circulariteit

Afhankelijk van wat je perspectief en beweegredenen zijn, zijn je doelstellingen en KPI’s ook anders. Daarmee is het meten van circulariteit ook niet voor iedereen gelijk. Puur vanuit een grondstoffengedachte circulariteit meten zal dus totaal anders zijn dan als je ook naar economische groei en sociale impact wilt kijken. Er is dan ook een verscheidenheid aan indicatoren sets te vinden. Onderstaand grafiekje geeft aan welke domeinen het meest voorkomen in die indicator sets.

Categories Indicator systems
Aanwezigheid van verschillende circulaire economie categorieën in indicator sets.

Het meten van circulariteit is daarmee complex en niet per se eenduidig. Genoeg stof voor een volgend blogstukje.

 

10 Ingrediënten van de Circulaire Economie

Het bewerkstelligen van de circulaire economie vereist verschillende veranderingen in tal van sectoren en processen. Omdat veel ontwikkelingen in die sectoren en processen onderling afhankelijk zijn, is de circulaire economie een omvangrijke uitdaging. Dat maakt elk van deze ontwikkelingen evenzo belangrijk om circulariteit te kunnen laten slagen. In hoofdlijnen zijn de benodigde ontwikkelingen op te delen in processen, techniek en de financiering.

Hieronder zijn de verschillende aspecten benoemd waarin minimaal ontwikkelingen of veranderingen nodig zijn om die inclusieve circulaire economie teweeg te brengen.

supply-chain
1. Design

Om producten en diensten passend te maken binnen het circulaire model zullen deze moeten worden herontworpen. De ontwerpen moeten zich met name richten op de niveaus van circulariteit door middel van levensduurverlenging, design for reuse, disassembly en recycling. Designers moeten daarbij rekening houden met alle fases van de levenscyclus afhankelijk van het business model: productie, transport en retail, gebruik en teruggave of afdanken. Bij de productie kunnen al veel keuzes worden gemaakt: welk materiaal en waar komt dit vandaan (maagdelijk of gerecycled), afstemmen op levensduur, welke bewerkingen en afwerking is nodig, hoe moet het verpakt worden met betrekking tot transport, welk onderhoud moet eraan gepleegd kunnen worden en wat gaat er met het product gebeuren na het eerste gebruik, en wat na het tweede?

2. Asset management

Asset management gaat over het fysieke deel van het beheer van producten en daarmee de grondstoffen die ermee gemoeid zijn. Een goed ingericht asset management ondersteund de niveaus van circulariteit tijdens de gebruiksfase. Hiermee kan er gemanaged worden op optimaal waardebehoud. Asset Management gaat namelijk over inkoop (soms deels), onderhoud en uitfasering van asset (machines of producten) uit de bedrijfsvoering. Bij investeringen wordt hierbij vaak gestuurd op kostenefficiëntie, maar voor veel bedrijven met grote kapitaalgoederen zoals fabrieken en infrastructuurbedrijven zijn ook andere elementen van belang: de RAMSHEEP (Reliability, Availability, Maintainability, Supportability, Health, Environment en Economics).

3. Ketenintegratie

Ketenintegratie is belangrijk in de circulaire economie omdat keuzes met betrekking materiaal, assemblage en verwerking verderop in de keten grote impact op de circulariteit van een product kan hebben. En andersom ook. Als een inkoper kiest voor een bepaald alternatief op basis van zeer nauwe specificaties kan dit eerder in de keten een negatief effect hebben op de materialen en productietechnieken die worden gebruikt. Toch zijn de meeste effecten te vinden aan het einde in de vorm van herbruikbaarheid, demontage en afvalscheiding. Daardoor kan het voor de volledige keten soms beter zijn om een schijnbaar minder ideale oplossing eerder in de keten te kiezen. Bijvoorbeeld doordat er extra geïnvesteerd wordt in een demontabel product kan dit terugverdiend worden in de onderhoudsfase en de winst worden behaald in tijdens de afdanking doordat materialen een hogere waarde behouden. Als de keten beter op elkaar inspeelt kan de waarde winst worden verdeeld waardoor de extra investering aantrekkelijk wordt.

4. Logistiek

Logistiek, en met name ‘reverse logistics’ en de ‘last mile’ zijn belangrijke elementen in de circulaire economie. Om materialen zo hoogwaardig te kunnen behouden zijn effectieve en efficiënte logistieke stromen nodig. Fijnmazigheid en de retourstromen zijn hiervoor van belang. De transport-component van logistiek is op verschillende manieren belastend. Waar nu simpele en vaak korte retourstromen door afvalverwerkers worden afgehandeld vereisen verschillende business modellen in de circulaire economie retourlogistiek van het oude product naar hun producent. Hiervoor moet de huidige eenrichtingslogistiek van producent naar consument verdubbeld worden om tweerichtingsverkeer aan te kunnen. Dit houdt in dat er slimmer met transport moet worden gewerkt. Met name in steden is de verwachting dat het aantal bestelbusjes hierdoor explosief zou kunnen groeien wat met betrekking tot mobiliteit en luchtkwaliteit niet gewenst is.

5. Business modellen

Nieuwe business modellen zijn evident nodig om mogelijke extra kosten financieel interessant te kunnen houden, maar ook kunnen er nieuwe business modellen die extra inkomsten genereren doordat nieuwe diensten worden aangeboden. Aloude bekende modellen zijn verhuur en leasing. In het verdiensten van producten (product-services) wordt een grote groei verwacht. Kopen we nu nog lampen en auto’s, kopen we straks lichturen en kilometers reiscomfort. Hierbij staat de producent garant voor dat het licht het altijd doet en daarbij voor alle randvoorwaarden zorgt en betaald (fitting, behuizing, energieverbruik). Niet alleen producent-consument verhoudingen kunnen door nieuwe modellen veranderen, maar ook de verhouding in business-to-business. Bijvoorbeeld doordat het eigenaarschap van grondstoffen niet meer overgaan van business naar business, maar dat één enkele partij de regie voert in een keten door eigenaar te blijven van de materialen en andere partijen in de keten alleen nog maar een dienst leveren. Denk hier bijvoorbeeld aan netbeheerders die eigenaar blijven van al het koper in de kabels. Aan het einde van de levensduur laten de netbeheerders de kabels versmelten tot nieuw bruikbaar koper en geven dit koper dan weer in bruikleen aan een fabriek die er nieuwe kabels van maakt voor die netbeheerder Het versmelten en het produceren van kabels is daarmee een dienst geworden. Het voordeel hiervan is dat de prijs van koper uit de keten gehaald kan worden en daarmee fluctuaties van de prijs vanwege de grondstoffenmarkt.

6. Open data

Om efficiënt ketens met elkaar te laten integreren en verschillende ketens op elkaar te kunnen laten inhaken is het van belang om vraag en aanbod op elkaar te kunnen afstemmen. Dat moet in complexe ketens continue plaats vinden. Het gebruik van open data om uitwisseling van deze gegevens mogelijk te maken is daarvoor essentieel. Ook om op kleinere schaal grondstoffenmatching efficiënt van de grond te krijgen is het van belang dat het inzichtelijk wordt wanneer welke materialen vrijkomen. Door dit slim op te zetten kan er bijvoorbeeld minder transport nodig zijn en zijn ook kortere en efficiëntere ketens mogelijk.

7. Financiën

Inkoop, aanbesteding en investeringen zijn nodig om bedrijven de ruimte te geven de veranderingen door te maken die nodig zijn. Middels inkoop en aanbesteding kunnen aanbieders én aangespoord worden om circulaire oplossingen aan te bieden en daarbij zekerheid hebben dat het wordt afgenomen. Inkoop is daarmee een manier om deze beweging aan te jagen. Investeringen zijn vooral nodig voor het opzetten van nieuwe installaties en processen van technologie die zich in de praktijk nog niet bewezen heeft.

Een ander element met financiën is de manier van waarde bepaling in de boeken. Aankopen worden bijna altijd tot nul afgeschreven over een bepaalde periode. Dat is eigenlijk heel raar. Al die producten hebben nog een restwaarde die, indien op de juiste manier, gemakkelijk teruggewonnen kan worden. Daarmee kunnen kapitale goederen die waardevolle grondstoffen bevatten en die lang mee gaan zichzelf zelfs terugverdienen. Het principe erachter is dat een product niet meer alleen wordt gezien als een object dat een bepaalde functie vervuld maar tegelijkertijd ook een grondstoffenbank is.

8. Living Labs

Hoe nieuwe processen, diensten en producten in de circulaire economie vormgegeven moeten worden is nog niet uitgekristalliseerd. Om ideeën te kunnen testen zijn experimenten nodig, vaak dusdanig dat er schaalgrootte gehaald wordt. Hiervoor zijn proeftuinen of living labs zeer geschikt. Deze worden steeds meer ingezet door overheden in samenwerking met bedrijfsleven, kennisinstellingen en soms ook burgers. Deze living labs kunnen niet alleen waardevolle kennis opleveren maar ook voldoende vraag creëren waarmee bedrijven hun business case rond krijgen. Vaak worden living labs vanuit een bepaald aspect opgezet: technologie, een maatschappelijk probleem, een economische uitdaging. Een goed living lab doet dit uit al deze invalshoeken. Met betrekking tot Smart City living labs wordt dit vaak alleen vanuit technologie opgezet en wordt daarmee de impact en de afhankelijkheid van de samenleving onderschat. Een ander probleem met betrekking tot living labs is dat deze opgezet kunnen worden zonder aan specifieke ethische of andere voorwaarden moeten voldoen die het belang van bijvoorbeeld inwoners waarborgt. Zo weten mensen vaak niet dat ze onderdeel zijn van een experiment en wordt de privacy nogal eens geschonden.

9. Wet en regelgeving

Tot slot is het een belangrijke voorwaarde dat de wet en regelgeving goed afgestemd te is op de vernieuwingsslagen die nodig zijn in alle voorgaande enablers. Van ontwerpen die gebruik mogen maken van gerecycled materiaal, het toestaan van nieuwe business modellen, tot het mogelijk maken van experimenten op onconventionele manieren. Vaak wordt dit punt aangehaald als een van de barrières. Toch is het maar de vraag of dat zo is. Vaak is het alleen nodig om de wet of regelgeving iets anders te interpreteren dan we nu doen, zijn er bijna altijd uitzondering- of experimenteermogelijkheden mogelijk. Wat wel kan is stimulerende wet en regelgeving waarin een voorkeur voor een bepaalde technologie of manier van werken zit middels financiële voordelen bijvoorbeeld.

10. Consumenten gedrag

Niet in de laatste plaats is cultuur een belangrijke enabler en eentje die vaak vergeten wordt. Het is ook misschien de meest ongrijpbare, maar wel een waar verandering in moet, maar ook grotendeels vanzelf zal plaats vinden. Cultuur veranderd namelijk continue zoals de ontwikkeling van waarden en normen. De cultuurverandering zit met name in veranderende waardebepaling, consumentengedrag en sociale bewustwording. Bijvoorbeeld de waarde die aan eigendom versus beschikbaarheid wordt toegekend, de sociale bewustwording rond voedsel en energieverspilling, en de gevolgen hiervan voor het consumentengedrag welke een andere vraag zal teweegbrengen.

Risico’s van de Circulaire Economie

De Circulaire Economie wordt in inmiddels door velen gezien als de heilige graal gezien voor een toekomstbestendige economie. Miljarden euro’s aan kostenreductie en de creatie van tienduizenden banen worden er aan toegekend. Ook het Circulaire Economie plan van de Europese Commissie spreekt van deze mooie kansen. Deze zullen er zeker zijn, maar helaas gaat het zelden over de risico’s.

Als men over de risico’s praat, dan gaat het eigenlijk meestal over de uitdagingen voor bedrijven met betrekking tot de implementatie. En dat zijn dan uitdagingen waarvoor de oplossingen al bedacht zijn door de vele adviesbureaus die zich de circulaire economie eigen hebben gemaakt. MVO Nederland, maar ook bijvoorbeeld Arcadis, noemen een aantal van deze uitdagingen onder het kopje risico:

[pullquote align=”full” cite=”MVO Nederland” link=”http://mvonederland.nl/circulaire-economie/kansen-voor-uw-bedrijf” color=”” class=”” size=”14″]

RISICO’S
  • De circulaire economie vergt een radicale aanpassing van de productie, gebruik en verwerking van producten. Bedrijven zullen zowel bedrijfsprocessen als –modellen stevig moeten veranderen, zonder garantie op succes. Daarvoor is (persoonlijk) leiderschap, kennis, tijd, geld, draagvlak en samenwerking nodig.
  • Het is nog geen bedrijf gelukt om daadwerkelijk alle grondstoffen van een product zonder kwaliteitsverlies terug te brengen in de keten. Sommige producten zijn wel gemaakt om hergebruikt te worden, maar het blijkt financieel en logistiek gezien (nog) lastig om de producten terug te halen na de gebruiksfase (omgekeerde distributie).

[/pullquote]

[pullquote align=”full” cite=”Arcadis, Freek Wullink” link=”http://www.arcadisblog.nl/2015/11/googelen-en-goochelen-met-de-circulaire-economie-2/” color=”” class=”” size=”14″]Er bestaat echter het gevaar dat we ons blind staren op een enkele supply chain; een grondstof hoeft namelijk niet per definitie teruggeleid te worden naar de supply chain waaruit deze is gevloeid.[/pullquote]

Over echte fundamentele systeemrisico’s gaat het niet of nauwelijks. MVO Nederland raakt op sommige punten wel aan mogelijke systeemrisico’s zoals averechtse effecten van bepaalde “nieuwe” business modellen waarin vaak wordt verwezen, of de sociale impact die de technische push veroorzaakt:

[pullquote align=”full” cite=”MVO Nederland” link=”http://mvonederland.nl/circulaire-economie/kansen-voor-uw-bedrijf” color=”” class=”” size=”14″]

  • De circulaire economie kan consumenten de motivatie ontnemen om zuinig om te gaan met hun spullen. Als de producten veel energie gebruiken, kapot gaan of gestolen worden, krijgen ze immers toch een nieuw exemplaar.
  • Een te nauwe focus op de benodigde technische innovatie leidt de aandacht en middelen af waar deze echt nodig zijn; bij de sociale innovatie. Nieuwe samenwerkingsvormen, beloningsstructuren en verdienmodellen zijn de werkelijke kernaspecten van de circulaire economie.

[/pullquote]

Hieronder noem ik vier systeemrisico’s van de circulaire economie die ik nu kan voorzien: too big too fail, een grondstoffenbubbel, ecologische armoede en mogelijke machtsverschuivingen.

1. Too big to fail

Af en toe heb ik het gevoel dat er Babylonische spraakverwarringen aan het optreden zijn als het over de Circulaire Economie gaat. Spreken we wel dezelfde taal? Er zijn namelijk tal van opvattingen en definities te vinden.

Er zijn inmiddels overheidsrichtlijnen en wetten in voorbereiding die de Circulaire Economie willen bevorderen. Maar de Circulaire Economie bestaat niet. Hoewel het idee al sinds de jaren 70 bestaat is de uitwerking van de mogelijke principes nog maar nauwelijks te bevatten. Met name in een tijd waarin mineralen wereldwijd verhandeld worden, grondstoffen schaars worden, technologie enorme vooruitgang boekt, nieuwe ontwrichtende business modellen worden ontwikkeld, en het belang van ecologische systemen en het klimaat nog maar net algemeen geaccepteerd begint te raken.

Het risico? Dat we langzamerhand in een algemeen geaccepteerd systeem rollen waarvan we de derivaten, afhankelijkheden niet meer kunnen zien. Herkenbaar met de crisis waar we net uit aan het opkrabbelen zijn. Vooral als het gaat over het voldoen aan onze fysiek behoeftes (voedsel, huisvesting, gezondheid en mobiliteit) moeten we voorkomen dat er organisaties ontstaan die too-big-to-fail zijn. Dat is nou juist een systeem dat niet toekomstbestendig is.

2. Grondstoffenbubbel

Een van de vele aannames in de het Circulaire Economie denken gaat om het behouden van de waarde van grondstoffen in de economie. Delen, hergebruik, refurbishing en upcyclen zijn allemaal belangrijke ingrediënten om levensduurverlenging na te streven. Hiervoor ontwikkelen nieuwe technologische processen om oude materialen te recyclen tot nieuwe met nog betere eigenschappen. Maar terwijl we dat nastreven leren we ondertussen ook dat sommige door de mens ontwikkelde materialen toch niet zo goed bleken als we ooit dachten. Asbest, CFC’s; ooit technologische hoogstandjes die op termijn problemen veroorzaken en uitgefaseerd moeten worden. Dat soort inzichten zorgen voor inherent waardeverlies ondanks dat het technisch nog zo goed gerecycled kan worden. En dat kan niet alleen ontstaan doordat ze misschien schadelijke effecten teweeg brengen, het kan ook zijn dat het langzaam weglekt in de natuur of dat er fysiek gewoon niets meer mee te doen is op den duur.

Nu er elk jaar meer en meer nieuwe synthetische materialen ontwikkeld worden is de kans dus ook groter dat er materialen tussen zitten die op den duur voor problemen gaan zorgen. Sommige van deze, in eerste instantie waardevolle materialen, zullen moeten worden afgeschreven met grote financiële consequenties tot gevolg. Oftewel, als deze grondstoffenbubbel alsmaar groter wordt dan is het risico van knappen een klap voor de economie.

3. Ecologische Armoede

Momenteel winnen we nog steeds meer grondstoffen uit de natuur (de ecologie) dan diezelfde ecologie kan “produceren” en regenereren. En om de gewonnen grondstoffen zo lang mogelijk in de economie te houden passen we nu meestal coatings toe. Want zodra grondstoffen die zich in de economie bevinden door ecologische mechanisme beïnvloed worden, zoals corrosie en rot, daalt over het algemeen de waarde. Daarnaast wordt door verschillende organisaties gesteld dat de Circulaire Economie ook ten doel heeft om grondstoffen langer in de economie te behouden, maar daardoor krijgen de ecologische ketens geen mogelijkheid om ook van deze grondstoffen gebruik te maken en mechanismes in gang te houden. We halen dus niet alleen meer grondstoffen uit de natuur dan dat zij kan produceren, maar ook haar capaciteit om te “produceren” gaat naar beneden. Met als gevolg ecologische armoede.

Een voorbeeld hiervan is de nijpende armoede van vruchtbare bodem (top-soil) die aan het ontstaan is. Doordat we steeds meer land gebruiken voor economische doeleinden is er geen ruimte meer voor planten en gedierte om de bodem levend te houden. Daarnaast wordt het gemaaide en gevallen biologisch afval, zoals gemaaid gras, gevallen bladeren en resten van geoogste gewassen geruimd en steeds vaker gebruikt voor vergisting voor de productie van “duurzame” energie. Hierdoor verdwijnen de voedingsstoffen die in het biologisch afval zaten uit de ecologische kringloop waardoor ook vanuit die kant de bodem langzaam uitput.

4. Machtsverschuivingen

Een van de redenen om over te gaan op een Circulaire Economie is de toenemende grondstoffenschaarste: we willen stabiele prijzen en niet afhankelijk zijn van onberekenbare partners. Er worden daarvoor nieuwe business modellen bedacht die dit probleem vermijden. Een zo’n model stelt voor dat bedrijven hun eigen grondstoffenbank organiseren. Door de grondstoffen in eigen beheer te houden over de gehele keten heen kan is het namelijk mogelijk om de grondstoffenprijs uit de supply chain halen. Bij elke transactie tussen ketenpartners wordt deze dus niet meer meegerekend omdat de ketenbeheerder de eigenaar blijft en alleen nog maar om de dienst vraagt van een bedrijf en niet meer het product. In Duitsland zijn er een aantal netbeheerders die hun vrijgekomen grondstoffen uit afgedankte producten niet verkopen aan de smelterij, maar “leasen” en de grondstoffen na omsmelting terugkrijgen. De smelterij is hierbij alleen nog maar een dienstverlener geworden. Ook richting de consument ontstaan er meer business modellen waarbij producten niet meer verkocht worden, maar alleen nog maar geleased. Hierdoor houden de bedrijven die de producten leasen de controle over de grondstoffen.

Doordat nog maar één partij in een supply chain eigenaar is van de grondstoffen kan er een verschuiving in afhankelijkheid ontstaan. Waar nu alle partijen onderling afhankelijk zijn van elkaar, worden ze straks grotendeels afhankelijk van de ene partij die de grondstoffen beheert. Die bepaalt mogelijk op den duur wie wel en geen toegang heeft tot de grondstoffen. Een machtspositie die sociaal-economisch niet te overzien is.

Eerlijk is eerlijk…

Deze vier risico’s zijn natuurlijk gebaseerd op hoe er nu over de circulaire economie gesproken wordt en wat mijn interpretatie daarvan is. Daarom is het misschien niet per se correct, net zo min zijn de vele andere aannames die door andere worden beschreven. Maar om een eerlijke discussie over de risico’s te kunnen laten gaan, en niet alleen maar de prachtige kansen te prediken, is het van belang dat we meer eenzelfde taal gaan spreken.

Met name als we spreken over systemen en transities die ons welzijn en welvaart in de toekomst zou moeten waarborgen. Daarbij hoort des te meer dat ideeën en concepten openbaar gedeeld en bediscussieerd kunnen worden. Maar ook dat nieuwe concepten niet klakkeloos als holy grail worden gezien. Juist voorlopers die hun brood verdienen aan de Circulaire Economie, zoals de Ellen MacArthur Foundation en Circle Economy zouden hier meer uitgesproken over mogen zijn. De noodzaak voor een verbeterd economisch systeem waarin we weg gaan van het take-make-waste principe is voor velen nu wel duidelijk. De tijd is daarom aangebroken om de nuances aan te brengen.

Een nieuwe baan: Circulaire Economie bij de Gemeente Haarlemmermeer

Het is alweer twee maanden geleden dat ik begonnen ben met m’n nieuwe baan: Trainee bij de Gemeente Haarlemmermeer bij het Team Economische Zaken en Luchthaven zaken. Op vrijdag 29 mei haalde ik in Enschede m’n Master Industrial Design Engineering met het presenteren en verdedigen van mijn scriptie, de maandag erop zat ik in Hoofddorp en begon m’n tweejarige traineeship.

M’n afstudeeropdracht ging grotendeels over de Circulaire Economie en hoe deze in te passen in het Asset Management van Liander. Bij de gemeente mag ik deze kennis gaan toepassen in mijn opdracht:

Welke circulaire kansen zijn er om de Schipholregio duurzaam te verbinden?;
En welke rol is daarbij weggelegd voor de gemeente en met name Luchthavenzaken?

De gemeente Haarlemmermeer is zeer actief op het gebied van duurzaamheid. Zo zijn er veel lokale duurzame initiatieven maar staan er ook grote dingen op stapel. Met name ruimtelijk economisch zijn er grote uitdagingen. De gemeente is gastheer van Schiphol en bevindt zich midden in de Metropoolregio Amsterdam; belangrijke partijen waarmee mooie dingen te bereiken zijn. Zo is Schiphol zelf al actief door een duurzame terminal te bouwen, wordt Schiphol Trade Park de Circulaire Hotspot van Nederland, en is Circulariteit ook een belangrijk onderwerp van de Westas.

Logistieke Westas
Logistieke Westas Metropoolregio Amsterdam. Langs de vier mainports: Van sea port (haven), langs data port (AMS-IX), airport (Schiphol) naar green port (Aalsmeer).

Het is een inspirerende omgeving waarin veel gebeurd en mooie uitdagingen liggen. En hoewel ik een mooi jaar voor de boeg heb bij de gemeente hoop ik ook nog wat andere projecten ernaast te blijven doen: de Raad van actie van Nudge, CircularSource.com, en natuurlijk een blogstukje op z’n tijd.

Wat betekent het begrip “Circulaire Economie”?

Vandaag publiceerde Het Groene Brein 10 vragen voor de wetenschapsagenda gepositioneerd vanuit de Circulaire Economie.

De eerste vraag gaat al direct over het begrip Circulaire Economie betekent dat wel voor iedereen hetzelfde? Een zeer terechte vraag. De term Circulaire Economie wordt door steeds meer bedrijven, organisaties en overheden gebruikt (en misbruikt) te worden. Als iedereen er mee aan de haal gaat kan het net zoals andere duurzaamheidstermen een containerbegrip worden dat aan zijn eigen populariteit ten onder gaat. Daarom is het achterhalen van wat men eronder verstaat, en daarmee het identificeren van de essentie van de Circulaire Economie, een belangrijke onderzoeksvraag.

10 Grote Vragen voor de Circulaire Economie
De 10 grote vragen van de Circulaire Economie voor de wetenschapsagenda volgens de Groene Zaak.

Tijdens mijn afstudeeronderzoek naar de Circulaire Economie ben ik ook al op deze vraag in gegaan. In mijn scriptie ga ik er ook kort op in en heb een paar perspectieven benoemd. In eerste instantie heb ik het onderscheid gemaakt tussen onder andere China en West-Europa. Gezien de wetenschapsagenda op Nederland gericht is, is dit onderscheid nu van ondergeschikt belang. Want ook binnen Nederland en daarmee in Europa zijn er al verschillende perspectieven te identificeren. Hieronder twee verschillende invalshoeken voor perspectieven: de legitimatie en de scoping.

Legitimatie

De eerste drie perspectieven zijn te vinden in de verschillende vormen van legitimatie waarin er over de Circulaire Economie wordt gesproken. Deze perspectieven komen vanuit een andere focus voort en hebben daarmee ook een ander initieel doel.

Economisch perspectief

Het puur economische perspectief krijgt veel aandacht door veelbelovende voordelen die worden voorgesteld door verschillende kennisinstituten. Bijvoorbeeld de creatie van extra duizenden extra banen en economische groei door extra bedrijvigheid.

[pullquote align=”full” color=”” class=”” cite=”TNO, 2013″ link=”http://www.government.nl/files/documents-and-publications/reports/2013/10/04/opportunities-for-a-circular-economy-in-the-netherlands/tno-circular-economy-for-ienm.pdf”]We estimate that the added value could amount to €7.3 billion per year, involving 54,000 jobs. It would also provide a number of spin-off benefits for the Netherlands, including strengthening the country’s knowledge position.[/pullquote]

Deze voordelen worden vaak door bedrijven en overheden aangehaald om de Circulaire Economie te omarmen. Voor overheden is het een mooie belofte om een nieuwe impuls aan de economie te geven. Met name na de economische crisis van 2008.

Business perspectief

Het business perspectief ent ook in op de economische voordelen die verschillende onderzoeken propageren, maar de legitimatie komt meer voort uit imago, competitief voordeel, grotere fluctuatie in grondstofprijzen, en grondstofzekerheid. Deze legitimatie voor de Circulaire Economie zorgt voor een andere kijk op assets en grondstoffen. Het antwoord vanuit het business perspectief zijn met name nieuwe business modellen. Die business modellen gaan dan bijvoorbeeld over het leveren van diensten in plaats van producten. Hiermee wordt het eigenaarschap over de gehele cyclus behouden of wordt daar juist afstand van gedaan.

Duurzaamheidsperspectief

Het duurzaamheidsperspectief wordt vaak meer vanuit de academische kant ingestoken. Met name de globale problemen waarmee we als mensheid mee te maken krijgen en hoe onze economie daarmee op een meer holistische manier benaderd moet worden. Deze trend is mogelijk al ingezet sinds de jaren 60 van de 20e eeuw waarin de Earth Rise foto gemaakt werd, het begrip Spaceship Earth, en het rapport Limits to Growth. Hierbij wordt vooral gekeken naar de plaats van de economie binnen de ecologie. Het duurzaamheidsperspectief brengt dan ook het besef naar boven dat materialen hergebruikt moeten blijven worden.

color-earthrise_6429_600x450
Earth Rise foto gemaakt tijdens de Apollo 8 missie.

Scoping

Een ander onderscheid dat te maken valt in perspectieven op de Circulaire Economie is wat ik noem het scoping pectief. Dit onderscheid gaat over het detail niveau en hoe er omgegaan moet worden met de uitdagingen zoals behoudt van grondstoffen en materialen. Er zijn grofweg drie niveaus te onderscheiden: micro, meso en macro. De grafiek hieronder komt voor uit mijn literatuurstudie waarin ik deze scheiding duidelijk kon maken.

Graph of Circular Economy literature research results.
Resultaten literatuuronderzoek over de Circulaire Economie tot september 2014. Het laat de de focus van een artikel zien met betrekking tot het land van toepassing, de scoping en het type van het onderzoek dat besproken wordt (theoretisch en/of emperisch).
Micro

Het micro niveau gaat over de materialen en producten op zeer lokale schaal. Zoals het hergebruik binnen een enkel bedrijf. Verschillende bedrijven proberen dit ook na te streven door alle materialen die zij “weggooien” weer volledig proberen her te gebruiken in hun eigen processen. Derhalve moeten alle grondstoffen die zij gebruiken ook van een gerecyclede afkomst zijn.

Meso

Het meso niveau gaat over het gebruik van grondstoffen, materialen en producten op een lokaal en regionaal niveau, maar in samenwerking met andere partijen. Hierbij kan het zo zijn dat niet exact dezelfde materialen weer bij de oorspronkelijke producent of gebruiker terug komen, maar dat deze middels cascadering en andere omzettingen tot nut blijft.

Macro

Het macro niveau gaat over de grotere schaal: nationaal, continentaal of zelfs globaal. Op dit niveau is de kans zeer klein dat materialen, ook al is het in een andere vorm, terugkomen bij eerdere gebruikers. Maar het systeem waarin het circuleert is wel gesloten. Op dit niveau gaat het vooral om de grotere processen en stromen waarbij het geheel moeilijk in kaart te brengen is, maar elk afzonderlijk element voldoet aan de circulaire economische principes. Wat deze exacte principes dan ook mogen zijn.

Master Scriptie Circulaire Economie & duurzame business cases

Over twee weken mag ik mijn master Industrial Design Engineering afronden door mijn masterscriptie over Circulaire Economie in Asset Management te presenteren en verdedigen. Deze scriptie is het resultaat van 9 maanden onderzoek en stage bij netbeheerder Liander. Het onderzoek richtte zich op duurzame investeringsbeslissingen. Hierin is met name gefocust op ecologische duurzaamheid. Om te bepalen wat de belangrijkste factoren zijn van ecologische duurzaamheid binnen investeringsbeslissingen heb ik de Circulaire Economie als uitgangspunt genomen. Binnenkort zal ik wat meer over de resultaten van mijn onderzoek schrijven.

Hieronder kan je de samenvatting en de digitale versie van mijn scriptie vinden (Engels).

Thesis-cover-web

Download


A Business Case Model to Support Sustainable Investment Decisions

Adding Circular Economy to Asset Management

Samenvatting

In de laatste jaren heeft materiaal schaarste steeds meer aandacht gekregen vanwege opkomende milieu, sociale en financiële vraagstukken waar onze maatschappij mee te maken krijgt. De Circulaire Economie is een nieuw duurzaamheidsconcept dat zich richt op materiaal efficiëntie ter ondersteuning van het milieu, sociale cohesie en zakelijke kansen.

Liander, een Nederlandse netbeheerder, heeft als doel gesteld om de eerste circulaire netbeheerder te worden. Om dit te bereiken willen ze de Circulaire Economie, en dus duurzaamheid, in de business case meenemen. Het doel van het onderzoek is het integreren van ecologische duurzaamheid in investeringsbeslissingen. Echter, investeringsbeslissingmethodieken die duurzaamheid meenemen zijn nog er nog maar nauwelijks. Verschillende wetenschappers hebben de noodzaak hiervan aangegeven, maar gaven ook aan dat het een complex onderwerp is. Om die reden is getracht de complexiteit van het onderwerp te structureren in een praktische en begrijpelijke methode vanuit het perspectief van de Circulaire Economie.

Een conceptueel model voor een duurzame business case is ontwikkeld en is vertaald in een ondersteunende methodiek voor duurzame investeringsbeslissing (SIDA). Dit model is er op gericht om investeringen transparanter en inzichtelijker te maken. Het is tot stand gekomen middels de Design Science methodologie op basis van literatuur en een casus bij Liander. Deze casus, over distributietransformatoren, fungeerde als een toets om het model en de toepassing hiervan te evalueren.

Het onderzoek concludeert dat de duurzaamheid van het milieu moet worden opgenomen als een afzonderlijk onderdeel in de investeringsbeslissing methodologie. Dit onderdeel wordt gedefinieerd met behulp van drie indicatoren: (1) materiaalgebruik, (2) de ecologische voetafdruk, en (3) de milieueffecten. Daarnaast is het SIDA model geslaagd toegepast in de casus over de distributietransformatoren van Liander. Als follow-up van dit onderzoek wordt er aanbevolen om het ontwikkelde model in andere sectoren te valideren. Met name in sectoren met assets die intensief onderhoud nodig hebben. Daarbij wordt er geadviseerd om vervolg onderzoek uit te voeren en worden er aanbeveling gedaan richting Liander en de overheid.

Citation: Korse, M., 2015, A Business Case Model to Make Sustainable Investment Decisions, University of Twente.

Je kan ook een korte hand-out van mijn scriptie downloaden (engels):

Invalid download ID.