Updated on februari 27, 2019
Risico’s van de Circulaire Economie
De Circulaire Economie wordt in inmiddels door velen gezien als de heilige graal gezien voor een toekomstbestendige economie. Miljarden euro’s aan kostenreductie en de creatie van tienduizenden banen worden er aan toegekend. Ook het Circulaire Economie plan van de Europese Commissie spreekt van deze mooie kansen. Deze zullen er zeker zijn, maar helaas gaat het zelden over de risico’s.
Als men over de risico’s praat, dan gaat het eigenlijk meestal over de uitdagingen voor bedrijven met betrekking tot de implementatie. En dat zijn dan uitdagingen waarvoor de oplossingen al bedacht zijn door de vele adviesbureaus die zich de circulaire economie eigen hebben gemaakt. MVO Nederland, maar ook bijvoorbeeld Arcadis, noemen een aantal van deze uitdagingen onder het kopje risico:
[pullquote align=”full” cite=”MVO Nederland” link=”http://mvonederland.nl/circulaire-economie/kansen-voor-uw-bedrijf” color=”” class=”” size=”14″]
RISICO’S
- De circulaire economie vergt een radicale aanpassing van de productie, gebruik en verwerking van producten. Bedrijven zullen zowel bedrijfsprocessen als –modellen stevig moeten veranderen, zonder garantie op succes. Daarvoor is (persoonlijk) leiderschap, kennis, tijd, geld, draagvlak en samenwerking nodig.
- Het is nog geen bedrijf gelukt om daadwerkelijk alle grondstoffen van een product zonder kwaliteitsverlies terug te brengen in de keten. Sommige producten zijn wel gemaakt om hergebruikt te worden, maar het blijkt financieel en logistiek gezien (nog) lastig om de producten terug te halen na de gebruiksfase (omgekeerde distributie).
[/pullquote]
[pullquote align=”full” cite=”Arcadis, Freek Wullink” link=”http://www.arcadisblog.nl/2015/11/googelen-en-goochelen-met-de-circulaire-economie-2/” color=”” class=”” size=”14″]Er bestaat echter het gevaar dat we ons blind staren op een enkele supply chain; een grondstof hoeft namelijk niet per definitie teruggeleid te worden naar de supply chain waaruit deze is gevloeid.[/pullquote]
Over echte fundamentele systeemrisico’s gaat het niet of nauwelijks. MVO Nederland raakt op sommige punten wel aan mogelijke systeemrisico’s zoals averechtse effecten van bepaalde “nieuwe” business modellen waarin vaak wordt verwezen, of de sociale impact die de technische push veroorzaakt:
[pullquote align=”full” cite=”MVO Nederland” link=”http://mvonederland.nl/circulaire-economie/kansen-voor-uw-bedrijf” color=”” class=”” size=”14″]
- De circulaire economie kan consumenten de motivatie ontnemen om zuinig om te gaan met hun spullen. Als de producten veel energie gebruiken, kapot gaan of gestolen worden, krijgen ze immers toch een nieuw exemplaar.
- Een te nauwe focus op de benodigde technische innovatie leidt de aandacht en middelen af waar deze echt nodig zijn; bij de sociale innovatie. Nieuwe samenwerkingsvormen, beloningsstructuren en verdienmodellen zijn de werkelijke kernaspecten van de circulaire economie.
[/pullquote]
Hieronder noem ik vier systeemrisico’s van de circulaire economie die ik nu kan voorzien: too big too fail, een grondstoffenbubbel, ecologische armoede en mogelijke machtsverschuivingen.
1. Too big to fail
Af en toe heb ik het gevoel dat er Babylonische spraakverwarringen aan het optreden zijn als het over de Circulaire Economie gaat. Spreken we wel dezelfde taal? Er zijn namelijk tal van opvattingen en definities te vinden.
Er zijn inmiddels overheidsrichtlijnen en wetten in voorbereiding die de Circulaire Economie willen bevorderen. Maar de Circulaire Economie bestaat niet. Hoewel het idee al sinds de jaren 70 bestaat is de uitwerking van de mogelijke principes nog maar nauwelijks te bevatten. Met name in een tijd waarin mineralen wereldwijd verhandeld worden, grondstoffen schaars worden, technologie enorme vooruitgang boekt, nieuwe ontwrichtende business modellen worden ontwikkeld, en het belang van ecologische systemen en het klimaat nog maar net algemeen geaccepteerd begint te raken.
Het risico? Dat we langzamerhand in een algemeen geaccepteerd systeem rollen waarvan we de derivaten, afhankelijkheden niet meer kunnen zien. Herkenbaar met de crisis waar we net uit aan het opkrabbelen zijn. Vooral als het gaat over het voldoen aan onze fysiek behoeftes (voedsel, huisvesting, gezondheid en mobiliteit) moeten we voorkomen dat er organisaties ontstaan die too-big-to-fail zijn. Dat is nou juist een systeem dat niet toekomstbestendig is.
2. Grondstoffenbubbel
Een van de vele aannames in de het Circulaire Economie denken gaat om het behouden van de waarde van grondstoffen in de economie. Delen, hergebruik, refurbishing en upcyclen zijn allemaal belangrijke ingrediënten om levensduurverlenging na te streven. Hiervoor ontwikkelen nieuwe technologische processen om oude materialen te recyclen tot nieuwe met nog betere eigenschappen. Maar terwijl we dat nastreven leren we ondertussen ook dat sommige door de mens ontwikkelde materialen toch niet zo goed bleken als we ooit dachten. Asbest, CFC’s; ooit technologische hoogstandjes die op termijn problemen veroorzaken en uitgefaseerd moeten worden. Dat soort inzichten zorgen voor inherent waardeverlies ondanks dat het technisch nog zo goed gerecycled kan worden. En dat kan niet alleen ontstaan doordat ze misschien schadelijke effecten teweeg brengen, het kan ook zijn dat het langzaam weglekt in de natuur of dat er fysiek gewoon niets meer mee te doen is op den duur.
Nu er elk jaar meer en meer nieuwe synthetische materialen ontwikkeld worden is de kans dus ook groter dat er materialen tussen zitten die op den duur voor problemen gaan zorgen. Sommige van deze, in eerste instantie waardevolle materialen, zullen moeten worden afgeschreven met grote financiële consequenties tot gevolg. Oftewel, als deze grondstoffenbubbel alsmaar groter wordt dan is het risico van knappen een klap voor de economie.
3. Ecologische Armoede
Momenteel winnen we nog steeds meer grondstoffen uit de natuur (de ecologie) dan diezelfde ecologie kan “produceren” en regenereren. En om de gewonnen grondstoffen zo lang mogelijk in de economie te houden passen we nu meestal coatings toe. Want zodra grondstoffen die zich in de economie bevinden door ecologische mechanisme beïnvloed worden, zoals corrosie en rot, daalt over het algemeen de waarde. Daarnaast wordt door verschillende organisaties gesteld dat de Circulaire Economie ook ten doel heeft om grondstoffen langer in de economie te behouden, maar daardoor krijgen de ecologische ketens geen mogelijkheid om ook van deze grondstoffen gebruik te maken en mechanismes in gang te houden. We halen dus niet alleen meer grondstoffen uit de natuur dan dat zij kan produceren, maar ook haar capaciteit om te “produceren” gaat naar beneden. Met als gevolg ecologische armoede.
Een voorbeeld hiervan is de nijpende armoede van vruchtbare bodem (top-soil) die aan het ontstaan is. Doordat we steeds meer land gebruiken voor economische doeleinden is er geen ruimte meer voor planten en gedierte om de bodem levend te houden. Daarnaast wordt het gemaaide en gevallen biologisch afval, zoals gemaaid gras, gevallen bladeren en resten van geoogste gewassen geruimd en steeds vaker gebruikt voor vergisting voor de productie van “duurzame” energie. Hierdoor verdwijnen de voedingsstoffen die in het biologisch afval zaten uit de ecologische kringloop waardoor ook vanuit die kant de bodem langzaam uitput.
4. Machtsverschuivingen
Een van de redenen om over te gaan op een Circulaire Economie is de toenemende grondstoffenschaarste: we willen stabiele prijzen en niet afhankelijk zijn van onberekenbare partners. Er worden daarvoor nieuwe business modellen bedacht die dit probleem vermijden. Een zo’n model stelt voor dat bedrijven hun eigen grondstoffenbank organiseren. Door de grondstoffen in eigen beheer te houden over de gehele keten heen kan is het namelijk mogelijk om de grondstoffenprijs uit de supply chain halen. Bij elke transactie tussen ketenpartners wordt deze dus niet meer meegerekend omdat de ketenbeheerder de eigenaar blijft en alleen nog maar om de dienst vraagt van een bedrijf en niet meer het product. In Duitsland zijn er een aantal netbeheerders die hun vrijgekomen grondstoffen uit afgedankte producten niet verkopen aan de smelterij, maar “leasen” en de grondstoffen na omsmelting terugkrijgen. De smelterij is hierbij alleen nog maar een dienstverlener geworden. Ook richting de consument ontstaan er meer business modellen waarbij producten niet meer verkocht worden, maar alleen nog maar geleased. Hierdoor houden de bedrijven die de producten leasen de controle over de grondstoffen.
Doordat nog maar één partij in een supply chain eigenaar is van de grondstoffen kan er een verschuiving in afhankelijkheid ontstaan. Waar nu alle partijen onderling afhankelijk zijn van elkaar, worden ze straks grotendeels afhankelijk van de ene partij die de grondstoffen beheert. Die bepaalt mogelijk op den duur wie wel en geen toegang heeft tot de grondstoffen. Een machtspositie die sociaal-economisch niet te overzien is.
Eerlijk is eerlijk…
Deze vier risico’s zijn natuurlijk gebaseerd op hoe er nu over de circulaire economie gesproken wordt en wat mijn interpretatie daarvan is. Daarom is het misschien niet per se correct, net zo min zijn de vele andere aannames die door andere worden beschreven. Maar om een eerlijke discussie over de risico’s te kunnen laten gaan, en niet alleen maar de prachtige kansen te prediken, is het van belang dat we meer eenzelfde taal gaan spreken.
Met name als we spreken over systemen en transities die ons welzijn en welvaart in de toekomst zou moeten waarborgen. Daarbij hoort des te meer dat ideeën en concepten openbaar gedeeld en bediscussieerd kunnen worden. Maar ook dat nieuwe concepten niet klakkeloos als holy grail worden gezien. Juist voorlopers die hun brood verdienen aan de Circulaire Economie, zoals de Ellen MacArthur Foundation en Circle Economy zouden hier meer uitgesproken over mogen zijn. De noodzaak voor een verbeterd economisch systeem waarin we weg gaan van het take-make-waste principe is voor velen nu wel duidelijk. De tijd is daarom aangebroken om de nuances aan te brengen.