Updated on februari 27, 2019
Wat betekent het begrip “Circulaire Economie”?
Vandaag publiceerde Het Groene Brein 10 vragen voor de wetenschapsagenda gepositioneerd vanuit de Circulaire Economie.
De eerste vraag gaat al direct over het begrip Circulaire Economie betekent dat wel voor iedereen hetzelfde? Een zeer terechte vraag. De term Circulaire Economie wordt door steeds meer bedrijven, organisaties en overheden gebruikt (en misbruikt) te worden. Als iedereen er mee aan de haal gaat kan het net zoals andere duurzaamheidstermen een containerbegrip worden dat aan zijn eigen populariteit ten onder gaat. Daarom is het achterhalen van wat men eronder verstaat, en daarmee het identificeren van de essentie van de Circulaire Economie, een belangrijke onderzoeksvraag.
Tijdens mijn afstudeeronderzoek naar de Circulaire Economie ben ik ook al op deze vraag in gegaan. In mijn scriptie ga ik er ook kort op in en heb een paar perspectieven benoemd. In eerste instantie heb ik het onderscheid gemaakt tussen onder andere China en West-Europa. Gezien de wetenschapsagenda op Nederland gericht is, is dit onderscheid nu van ondergeschikt belang. Want ook binnen Nederland en daarmee in Europa zijn er al verschillende perspectieven te identificeren. Hieronder twee verschillende invalshoeken voor perspectieven: de legitimatie en de scoping.
Legitimatie
De eerste drie perspectieven zijn te vinden in de verschillende vormen van legitimatie waarin er over de Circulaire Economie wordt gesproken. Deze perspectieven komen vanuit een andere focus voort en hebben daarmee ook een ander initieel doel.
Economisch perspectief
Het puur economische perspectief krijgt veel aandacht door veelbelovende voordelen die worden voorgesteld door verschillende kennisinstituten. Bijvoorbeeld de creatie van extra duizenden extra banen en economische groei door extra bedrijvigheid.
[pullquote align=”full” color=”” class=”” cite=”TNO, 2013″ link=”http://www.government.nl/files/documents-and-publications/reports/2013/10/04/opportunities-for-a-circular-economy-in-the-netherlands/tno-circular-economy-for-ienm.pdf”]We estimate that the added value could amount to €7.3 billion per year, involving 54,000 jobs. It would also provide a number of spin-off benefits for the Netherlands, including strengthening the country’s knowledge position.[/pullquote]
Deze voordelen worden vaak door bedrijven en overheden aangehaald om de Circulaire Economie te omarmen. Voor overheden is het een mooie belofte om een nieuwe impuls aan de economie te geven. Met name na de economische crisis van 2008.
Business perspectief
Het business perspectief ent ook in op de economische voordelen die verschillende onderzoeken propageren, maar de legitimatie komt meer voort uit imago, competitief voordeel, grotere fluctuatie in grondstofprijzen, en grondstofzekerheid. Deze legitimatie voor de Circulaire Economie zorgt voor een andere kijk op assets en grondstoffen. Het antwoord vanuit het business perspectief zijn met name nieuwe business modellen. Die business modellen gaan dan bijvoorbeeld over het leveren van diensten in plaats van producten. Hiermee wordt het eigenaarschap over de gehele cyclus behouden of wordt daar juist afstand van gedaan.
Duurzaamheidsperspectief
Het duurzaamheidsperspectief wordt vaak meer vanuit de academische kant ingestoken. Met name de globale problemen waarmee we als mensheid mee te maken krijgen en hoe onze economie daarmee op een meer holistische manier benaderd moet worden. Deze trend is mogelijk al ingezet sinds de jaren 60 van de 20e eeuw waarin de Earth Rise foto gemaakt werd, het begrip Spaceship Earth, en het rapport Limits to Growth. Hierbij wordt vooral gekeken naar de plaats van de economie binnen de ecologie. Het duurzaamheidsperspectief brengt dan ook het besef naar boven dat materialen hergebruikt moeten blijven worden.
Scoping
Een ander onderscheid dat te maken valt in perspectieven op de Circulaire Economie is wat ik noem het scoping pectief. Dit onderscheid gaat over het detail niveau en hoe er omgegaan moet worden met de uitdagingen zoals behoudt van grondstoffen en materialen. Er zijn grofweg drie niveaus te onderscheiden: micro, meso en macro. De grafiek hieronder komt voor uit mijn literatuurstudie waarin ik deze scheiding duidelijk kon maken.
Micro
Het micro niveau gaat over de materialen en producten op zeer lokale schaal. Zoals het hergebruik binnen een enkel bedrijf. Verschillende bedrijven proberen dit ook na te streven door alle materialen die zij “weggooien” weer volledig proberen her te gebruiken in hun eigen processen. Derhalve moeten alle grondstoffen die zij gebruiken ook van een gerecyclede afkomst zijn.
Meso
Het meso niveau gaat over het gebruik van grondstoffen, materialen en producten op een lokaal en regionaal niveau, maar in samenwerking met andere partijen. Hierbij kan het zo zijn dat niet exact dezelfde materialen weer bij de oorspronkelijke producent of gebruiker terug komen, maar dat deze middels cascadering en andere omzettingen tot nut blijft.
Macro
Het macro niveau gaat over de grotere schaal: nationaal, continentaal of zelfs globaal. Op dit niveau is de kans zeer klein dat materialen, ook al is het in een andere vorm, terugkomen bij eerdere gebruikers. Maar het systeem waarin het circuleert is wel gesloten. Op dit niveau gaat het vooral om de grotere processen en stromen waarbij het geheel moeilijk in kaart te brengen is, maar elk afzonderlijk element voldoet aan de circulaire economische principes. Wat deze exacte principes dan ook mogen zijn.